ALMELO, Grote Kerk, vrijdagavond. Concert door Toonkunst Almelo (o.l.v. Arno Vree), m.m.v. Stefan Kennedy (tenor), Joep van Geffen (bas), Gerrie Meijers (orgel en piano), Miriam Stoffelsma (sopraansaxofoon) en orkest NASKA. Programma: “Naklank van het kerstlied”, met werk van o.a. Bach, Dvořák, Rutter en Vasks
Het muzikaal vacuüm, dat ontstaat na de stroom aan advent- en kerstconcerten, werd vrijdagavond prachtig opgevuld door het programma “Naklank van het kerstlied”, door Toonkunst Almelo, het NASKA orkest en solisten. Het veelkoppige publiek kreeg een boeiend en veelzijdig programma voorgeschoteld met veel muzikale verrassingen.
Dat Toonkunst Almelo vertrouwd is met Bach, mocht ik ook al in april verleden jaar vaststellen en ook op deze avond was de barokke grootmeester vertegenwoordigd, met diens Cantate nr. 40: Dazu ist erschienen der Sohn Gottes. Indrukwekkend waren de krachtig gezongen koralen door het koor, maar ook het kleine groepje vrouwen in het recitatief Die Schlange, so im Paradies onderstreepte nog eens de gedegen vocale kwaliteit van deze groep zangers. In Stefan Kennedy schuilde een heldere tenorstem en met Joep van Geffen had het bestuur voor een krachtige bas gekozen, die net als zijn collega veel aandacht voor de tekst ten toon spreidde.
Dvořáks zetting van Psalm 23 werd zowaar in het origineel Tsjechisch gezongen: geen geringe prestatie. Solobas en orgel begonnen en het koor voegde zich heel passend ingetogen erbij.
Hierna hoorde het publiek twee Britse componisten van formaat: John Rutter en Ralph Vaughan Williams. Rutter krijgt het altijd voor elkaar om een mooie warme klank te boetseren, met mooie lange melodielijnen en behoedzaam van spanningsopbouw. De uitvoering op deze avond deed de componist alle eer aan. Gerrie Meijers had inmiddels het koororgel verruild voor de vleugel. Het heen en weer spoeden vereiste zelfs speciaal schoeisel, vernam ik later. Bij een selectie uit de Five Mystical Songs schitterde andermaal bas Van Geffen. Het koor had een ondergeschiktere rol, maar legde wel een indrukwekkende volle klank aan de dag.
Na de pauze bleef het muziek van Britse bodem (wat dat betreft had het programma ook de titel Pre-Brexit muziek meegekregen kunnen hebben), met werk van James Whitbourn en Gustav Holst. In Son of God Mass schitterde sopraansaxofoniste Miriam Stoffelsma met haar briljante solobijdrage. De twee aërofonen (blaasinstrumenten) orgel en sax pasten wonderschoon bij elkaar. Bewonderenswaardig waren de klankklusters bij het koor en een onverwachte hoge loepzuivere sopraansolo. Een veeleisende compositie, maar geslaagd van opzet.
Voordat de andere Brit te horen was, werd er nog even een uitstapje gemaakt naar Letland, met een instrumentale compositie van Pēteris Vasks: diens Fruit of Silence. Nog een keer werd duidelijk, wat voor puike musici dit orkest omvat. Op een enkele misser van de hoorns bij Bach na, was ik erg te spreken over dit toporkest. Het concert werd, zoals gezegd, met de Brit Gustav Holst afgesloten. Nog eenmaal voegde zich de tenor bij koor, orkest en orgel. Heel fraai legde het koor diverse vocale dimensies bloot: meerstemmige vrouwen- en mannenzang, eenstemmigheid, uitmondend in een stralend meerstemmig slotakkoord.
Er staat nog veel op stapel in dit schrikkeljaar: het volgende concert van Toonkunst is op 4 mei, met een projectkoor: Fauré’s Requiem. In dezelfde maand treedt het koor aan de andere kant van de grens op: 10 mei in Rheine en een week later in Gronau. Alsof het nog niet genoeg is, staat op 20 november Brahms’ Ein Deutsches Requiem gepland.
Geschreven door en foto van: Koen Edeling
Gezien op: 10 januari 2020