ENSCHEDE, Jazzpodium de Tor, vrijdagavond. Concert door Dick de Graaf New Quartet. Bezetting: Dick de Graaf: tenor- en sopraansaxofoon, Loran Witteveen: piano, Stefan Lievestro: contrabas, Jimmi Hueting: drums. Programma: eigen composities, voornamelijk afkomstig van de cd Bird Buzz
Dat muziek amper een generatiekloof kent, werd bijna een jaar geleden bewezen tijdens het concert van Uli Beckerhoff. Ook op deze vrijdagavond, zo kort na oud en nieuw, speelden oud en jong talent gebroederlijk tezamen: het Dick de Graaf New Quartet. De naamgever (*1954) was zelfs gepromoveerd op zijn eigen muziek. Zijn dissertatie “voorbij de grenzen” ging (vrij vertaald) over het verbreden van het artistieke palet van (componerende) jazzmusici: een onderzoek naar de ontwikkeling van 20e eeuwse compositie- en improvisatietechnieken.
Alleen al deze uiteenzetting verraadt een intellectuele benadering van jazz en dat is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. Dat verklaarde ook het wat tegenvallende bezoekersaantal. In het kader van zijn studie had De Graaf met zijn saxofoonkwartet al in 2013 het project Carillon gepresenteerd, nu was Bird Buzz aan de beurt: een ode aan de vogels. Met enig gevoel voor understatement stelde de saxofonist vast, na het bekijken van foto’s uit zelfs de vroeg jaren ‘90: “Ik ben hier kennelijk al eens eerder geweest”. Wellicht niet met dit jonge kwartet, hoewel contrabassist Stefan Lievestro (*1964) ook al tot de gepokt-en-gemazelde jazzmusici gerekend mag worden. Vermaard waren diens inleidingen, zoals bij La Bergerie waarbij amper iemand het waagde er doorheen te praten, zoals helaas bij bassolo’s gebruikelijk is. De twee “jonkies” lieten zich verre van onbetuigd: nu al legendarisch was het pianospel van Loran Witteveen, die echt wist te boeien (en niet alleen) met zijn solospel. Dat drummer Jimmi Hueting ook thuis is in de experimentele pop, liet hij overduidelijk horen: wat die man aan geluiden uit zijn kit haalde, oversteeg elke fantasie.
Fantasierijk was uiteraard het saxofoonspel van de bedenker van dit alles: Dick de Graaf, die zich zelfs bediende van Tonmalerei, teneinde het geluid van kraaien (A Crow Calling), mezen (Titmouses), mussen (Sparrows) en vogels in het algemeen ( Bird Buzz en Why Birds Alkways Sing) te laten horen. Even was er sprake van een knipoog naar een andere cultuuruiting, door het reciteren van een gedicht van J. Bernlef, ter introductie van Sparrows. Het was letterlijk te horen: muziek zo nerveus en grillig als de vliegende kwajongens zelf.
Samenvattend was het een avond met muziek waarover was nagedacht en die tot nadenken stemde, echter geen music for the millions.
Gezien op: 11 januari 2019
Geschreven door: Koen Edeling