stof afgeblazen van Chopin
ENSCHEDE, Jazzpodium de Tor, vrijdagavond. Concert door StarkLinnemann Quartet, bestaande uit: Paul Stark (piano), Jonas Linnemann (drums), Iman Spaargaren (saxofoon), Maciej Domaradski (contrabas). Programma: Transcending Chopin
Wat ontbreekt er in het rijtje Moskau-St. Petersburg-Vilnius-Riga-Poznan-Berlijn-Amsterdam? Juist: Enschede! Deze plaats en met name Jazzpodium de Tor wilde het StarkLinnemann Quartet niet “stilletjes” voorbij gaan en dus was dit kwartet van zeker al Europees formaat vrijdagavond te gast.
Niet vaak gebeurt het dat er slechts twee stukken geprogrammeerd staan en dat het concert dan toch nog bijna tot middernacht duurt, maar hier hadden we een voorbeeld te pakken. Niet vaak geef ik de complete setlist prijs (zie daarvoor de Tor Kroniek), maar in dit geval wil ik graag een uitzondering maken: het publiek luisterde geboeid naar Sonate opus 58 voor piano en Sonate opus 65 voor cello, aan beide zijden van de pauze. Overigens is het wel de tweede keer dat de Pools/Franse componist een hoofdrol vervult op dit podium: drie jaren geleden ging Peter Beets met diens composities ook al eens “aan de haal”.
In het gedeelte voor de pauze was er “slechts” sprake van een trio (piano/contrabas/slagwerk), maar dat leverde nog extra aandacht op voor de pianist, Paul Stark, die meer dan eens Frédéric Chopin voorbij liet lopen, als een Hitchcock in zijn eigen film. Zijn transcending afdoen met het begrip “variaties op”, zou een te geringe afschildering zijn: hij, maar ook zeker zijn muzikale kompanen namen Chopins muziek als inspiratiebron, als uitgangspunt voor een geheel eigen vernieuwende compositie. Om het klassieke element nog eens te onderstrepen, greep contrabassist Maciej Domaradski regelmatig naar de strijkstok. Slagwerker Jonas Linnemann bleek muzikaal bewapend met een uitgebreid arsenaal aan slaginstrumenten en daarop leefde hij zich regelmatig uit, op voortreffelijke wijze.
Na de pauze was het kwartet compleet, verrijkt met het uiterst fantasierijke spel van saxofonist Iman Spaargaren. Hij verdeelde de Chopin-thematiek over zijn instrument en de contrabas, en al vrij snel waren de muzikanten in Cubaanse sferen. Niet alleen beginnen Chopin en Cuba met dezelfde letter, de componist blijkt ook nog eens razend populair op dit eiland. Spaargaren blies het stof af van 19e eeuwse muziek en liet horen dat Chopin nog helemaal past in deze eeuw.
Of het lag aan de ferme solo’s van Stark, durf ik niet te zeggen, maar op het laatst ging de aloude vleugel toch een beetje “janken”: het enige minpuntje op deze glorieuze avond, waarbij de grenzen tussen stijlperioden en stijlen op een aangename manier vervaagden.
Gezien op: 23 november 2018
Geschreven door: Koen Edeling